BIOMASSA MEESTOOK SYMPOSIUM

BIOMASSA MEESTOKEN IN KOLENCENTRALES BELANRIJK VOOR DUURZAME ENERGIEPRODUCTIE

Donderdag 27 mei 2010 werd in Amsterdam een symposium georganiseerd met als centraal thema het mee- en bijstoken van biomassa in elektriciteitscentrales. De presentaties kunt u downloaden onderaan deze pagina.

Duurzame energie speelt een steeds prominentere rol in de Nederlandse energievoorziening. Van alle opties levert het mee- en bijstoken van biomassa een belangrijke bijdrage aan de huidige duurzame energieproductie. De Nederlandse energiesector en kennisinstellingen hebben hierin wereldwijd een leidende positie opgebouwd.

Aanleiding voor het Biomassa Meestook Symposium is dat twee vooraanstaande onderzoeksconsortia de afgelopen vier jaar hebben gewerkt aan het wegnemen van technische knelpunten bij het mee- en bijstoken van biomassa. Hun doel was het haalbaar maken van de ambitieuze doelstelling om in een centrale op termijn biomassa meestookpercentages te halen van 40 procent. Beide consortia zijn gevormd door het Energieonderzoek Centrum Nederland (ECN), KEMA en de TU Delft)1).

Op het symposium zijn de mogelijkheden en toekomstperspectieven van biomassa mee- en bijstoken de revue gepasseerd. Ook werden de resultaten van het bovengenoemde, vooruitstrevende onderzoek gepresenteerd en bediscussieerd. Op het symposium waren meer dan 50 geïnteresseerden en deskundigen aanwezig. De diverse onderwerpen werden uitvoerig besproken onder leiding van dagvoorzitter Wim Willeboer van Essent

Continuïteit van de elektriciteitsproductie staat bij het bedrijven van een elektriciteitscentrale altijd centraal. Dat geldt zeker bij gebruik van een nieuwe brandstof als biomassa. Daarom is het voorspellen en het volgen van het gedrag van biomassa in ketels zo belangrijk. Hiervoor zijn onder andere computermodellen en meetgereedschappen ontwikkeld die op dit symposium zijn gepresenteerd. Verder is geconcludeerd dat het wenselijk is dat een centrale verschillende soorten biomassa moet kunnen verbranden, inclusief natte biomassastromen en reststromen uit bijvoorbeeld de landbouw.

Een ander belangrijk onderwerp was de toepassing van de assen van (mee-)gestookte biomassa. Er is gekeken naar de mogelijkheid om van de assen kunstgrind of kunstmest te maken. Daarnaast zijn de mogelijkheden onderzocht om de nutriëntenkringloop te sluiten door de biomassa-as terug te brengen naar de plek waar de biomassa vandaan komt. Dit is specifiek gedaan voor cacaodoppen. Ook zijn aan de orde geweest het voorbehandelen van biomassa, zoals drogen en torrificeren (een soort roosteren), om de energiedichtheid te vergroten en brandstofeigenschappen te verbeteren. Al deze technieken dragen bij aan het vergroten van de beschikbare hoeveelheid biomassa die kunnen worden gestookt in elektriciteitscentrales.

In Europees verband wordt hard gewerkt om de efficiency van kolen- en biomassagestookte elektriciteitscentrales verder te verhogen. De meest in het oog springende techniek is een ultrasuperkritische (USC) centrale. In een dergelijke centrale wordt in de ketel stoom gemaakt met een druk van 350 bar en een temperatuur van 700°C. Dat zijn extreme condities, waardoor de eisen voor de kwaliteit van de ketelmaterialen bij gebruik van kolen aanzienlijk hoger liggen dan bij de bestaande keteltechnologie. En als biomassa wordt meegestookt, worden aan deze materialen extra hoge eisen gesteld. Het consortium heeft onderzoek gedaan naar de mogelijkheden van dit type ketel en kwam tot de conclusie dat er technisch geen beperkingen zijn aan meestoken mits de brandstof aan specifieke eisen voldoet.

De conclusie van het symposium is dat meestoken van biomassa in huidige en toekomstige centrales belangrijk is en zal blijven, ook in combinatie met CCS (Carbon Capture and Storage). De consortia zijn succesvol geweest: technisch lijkt een hoog biomassa meestookpercentage haalbaar. Om dit potentieel te realiseren is wel een aanpassing nodig van het huidige energiebeleid.

Contact: info@!spam-protected!biomasscofiring.com

1) Het onderzoek van beide consortia werd financieel ondersteund door het subsidieprogramma Energie Onderzoek Subsidie: Lange Termijn van het Ministerie van Economische Zaken dat wordt uitgevoerd door Agentschap NL (voorheen SenterNovem).